In de categorie oppervlaktekunstaas is de keuze reuze. Voor het vissen op baars kan je vaak redelijk klein kunstaas (tot 10 cm) gebruiken. In topwaters kun je deze verdelen in de volgende vier categorieën.
1. Poppers
Dit type oppervlakteaas imiteert een aasvisje dat in het wateroppervlak spartelt. De cup-vorm van de ‘neus’ zorgt dat met ieder rukje flink wat water wordt verplaatst. De popper vis je met kleine rukjes binnen. Dit kan op een constante snelheid of met regelmatige, korte pauzes.
2. Walk the dog baits
Deze vaak wat langere en slanke topwaters gaan zigzaggend door het water als een gewond visje. Met iedere tik van de hengeltop schiet het kunstaas naar links of naar rechts – geef het kunstaas daarbij voldoende ruimte om zijn actie te laten maken en draai niet te snel lijn binnen.
3. Panic baits
De naam zegt het al: dit kunstaas bootst een visje na dat in paniek is. De actie is dan ook wat wild en onvoorspelbaar. Zelfs dusdanig dat je jezelf af en toe afvraagt of je de topwater wel op de juiste manier vist. Het mooie is dat je dit eigenlijk niet fout kunt doen: hoe onvoorspelbaarder de actie, des te beter het is.
4. Pencil baits
In tegenstelling tot de voorgaande categorieën is dit geen drijvend, maar een zinkend type kunstaas. Daardoor ben je gedwongen om hem op een continu tempo binnen te draaien zodat-ie aan de oppervlakte blijft. Daar gaat de riser bait heel subtiel doorheen. Hij doet bijna niets, maar dat is juist de truc.
Note: Bij vrijwel ieder type topwater kan het zeker geen kwaad om tijdens het binnenvissen af en toe even een pauze in te lassen. Een visje in nood spurt er immers ook niet in één rechte lijn vandoor. Niet zelden is het moment dat je na een korte stop weer actie aan het kunstaas geeft de trigger voor een roofvis om toe te slaan.
