In jachthavens hoef je niet ver te werpen om vis te vangen. De meeste vissen vang je dicht bij de kant, naast steigerpalen en boten. Een soepele spinhengel van 2.30 of 2.40 meter lang met een werpvermogen van 3 tot 15 gram is zwaar genoeg. Op de molen in het 2500-formaat zet je een dunne 6/00 gevlochten lijn. Daaraan knoop je een voorslag van een meter fluorcarbon, zodat je geen lijnbreuk krijgt als een roofvis met tandjes je aas pakt.
Als aas kun je een kleine shad op een jigkop van drie of vijf gram gebruiken. Welke kleur het beste is kan afhangen van het water en de dag, dus neem wat shads in verschillende kleuren mee. Dit lichte aas zweeft mooi door het water en zal de baarzen snel tot aanbeten verleiden.
Zoeken met de shad
Veel witvis (vooral blankvoorn) trekt in de koudere maanden de havens in, omdat het water daar diep en rustig is en er veel beschutting aanwezig is. De roofvissen volgen de witvis de havens in en zijn vaak aan de rand van de scholen vis te vinden. Omdat de scholen zich geregeld verplaatsen, kun je de ene week op een bepaalde plek goed baars vangen en de week erop geen enkele aanbeet krijgen. Om te achterhalen waar de vis op dat moment uithangt, zal je dus moeten zoeken! Gelukkig ben je als kunstaasvisser heel mobiel en kun je in een uur tijd heel veel plekken afvissen.De beste plekken
Levert een stek geen actie of resultaat (meer) op, blijf dan niet te lang plakken en verkas naar een volgende plek. In een haven ligt de vis in scholen bij elkaar en zijn er meer plekken zonder dan met vis. Goede stekken voor baars in havens zijn steigers, boten, bruggen, stille hoekjes en diepere stukken. Overal waar beschutting, warmte en prooivis te vinden is, kun je baars tegenkomen. Dat ze er liggen wil overigens niet zeggen dat je ze ook automatisch vangt. De ene dag is de vis wat meer ‘los’ dan de andere. Probeer het na een visloze sessie een paar dagen later weer opnieuw, misschien vang je dan de een na de ander!Stek uitpeuteren
Doordat je met licht kunstaas vist, kun je een stek heel subtiel uitpeuteren. Laat het kunstaas met een open molenbeugel rustig zakken, wacht tot het de bodem heeft bereikt en sluit dan de beugel. Zorg dat je hengel iets schuin naar beneden wijst en de lijn strak staat. Tik dan de shad steeds 25 tot 50 centimeter omhoog en laat het aan een strakke lijn weer langzaam tot op de bodem zakken. De meeste roofvissen liggen dicht bij de bodem, dus het aas moet vooral bewegen in de diepste waterlaag. Het kunstaas hoeft niet eens continu in beweging te blijven om aantrekkelijk te zijn voor de baarzen. Juist als je het aas even stil laat hangen volgt vaak een aanbeet! Heb je eenmaal een baars gevangen, vis dan rustig een tijdje door. Vaak liggen er meerdere exemplaren bij elkaar.