VISparels kunnen prachtig viswater opleveren, maar hoe houd je water en bodem schoon en het waterleven gevarieerd? Waterbeheerders en basisscholieren in Groningen en Drenthe volgen een cursus om het te leren. “Zelf een onderzoek uitvoeren en iets concreets doen met de resultaten, dát onthouden leerlingen.”
Wim Zweep legt de klas uit hoe je watermonsters neemt.
Extra kennis
Daarvoor is wel een goede waterkwaliteit en een duurzame visstand nodig en daarmee zijn we terug bij Wim Zweep. Hij wil naast basisscholieren ook medewerkers van gemeenten, groenaannemers en waterschappen gratis scholing aanbieden over verantwoord en duurzaam omgaan met stedelijk water. Dat is geen overbodige luxe, vindt Zweep, want veel groenmedewerkers kunnen volgens hem wel wat extra kennis gebruiken van wat zich onder water afspeelt.
Zelf aan de slag met waterfiltratie via watten en koolstof.
Blad en drab
Wijzend op de treurwilg geeft Albert Jan Scheper van Sportvisserij Groningen Drenthe een voorbeeld. “Aan de bult takken eronder te zien is die pas gesnoeid, maar op zo’n manier dat er evenveel bladeren in het water blijven vallen. Daar vergaan ze tot bruine drab, die bijdraagt aan een overmaat aan voedsel en een gebrek aan zuurstof in het water. Dat is nadelig voor de visstand en het bijbehorende waterleven.” Schoolhoofd Venema voegt toe dat er vaak ijsvogels in de wilg zitten. “Die zijn bepaald niet algemeen in de stad en dragen ook bij aan de biodiversiteit.”
Meester Chris (achterin) geeft uitleg in het buitenlokaal.
Online gemopper
Daarnaast leren kinderen bijvoorbeeld hoe ze voedselrijkdom, pH-waarden of zuurstofgebrek kunnen meten en welke beheersmaatregelen effectief zijn. Scheper hoopt dat leerlingen betrokken raken bij het stadswater in hun omgeving en ook hun ouders motiveren. “Meer begrip voor beleidsmaatregelen bij omwonenden kan helpen.
Zo moeten groenmedewerkers soms bomen snoeien,
waarna het resultaat ingrijpend kan ogen en mensen zich afvragen of dat nou zo moest. Vooral op sociale media wordt dan flink gemopperd. Met meer kennis van zaken neemt het begrip toe.”
Elektrovisserij
Kansrijk water
Terug in de school vervolgen de kinderen hun onderzoek naar de waterkwaliteit. Het is duidelijk dat die beter kan: in de vijver zit veel slib en kroos, de gevolgen van riool-overstort zijn meetbaar en ze telden niet meer dan vijf vissoorten, die bovendien klein waren. Scheper relativeert die uitkomst enigszins: “Dit onderzoek is beperkt en een momentopname. Dat er zeelt en ruisvoorn bij zitten is positief, want dat zijn soorten die in helder, plantenrijk water thuishoren. Er liggen dus kansen.”
Zweep heeft ondertussen twee extra lessen gepland om samen met de kinderen een rapport te schrijven bij wijze van nulmeting van de situatie. Dat rapport gaan ze presenteren aan de gemeente en het waterschap. Venema vult aan: “Zo kunnen de leerlingen het belang van goed en ecologisch beheer aantonen en adviseren over maatregelen zoals baggeren of snoeien. Anders gezegd: we gaan de gemeente en het waterschap gericht benaderen met feiten en advies van direct betrokkenen, onze leerlingen. Later doen ze nog vervolgonderzoek naar de effecten van de beheersmaatregelen.”
Zweep blikt tevreden terug op de eerste keer dat hij zijn lespakket in de praktijk bracht. “Zelf een onderzoek uitvoeren en iets concreets doen met de resultaten, dát onthouden leerlingen.”