Alles over de ruisvoorn

Ruisvoorn

De ruisvoorn is misschien wel één van de mooiste en meest opvallende zoetwatervissen in Nederland. Met zijn goudkleurige zijkanten, felrode vinnen en rustige manier van zwemmen is het een echte blikvanger in sloten, vijvers, kanalen en plassen. Maar achter dat rustige uiterlijk schuilt een slimme, energiezuinige jager en dat maakt ‘m een interessante soort om op te vissen.

In dit blog vertellen we je alles wat je moet weten over de ruisvoorn: hoe je ‘m herkent, wat hij eet, waar je ‘m vindt, én natuurlijk hoe jij er eentje kunt vangen!

 

Hoe herken je ze

De ruisvoorn wordt vaak verward met de blankvoorn, maar er zijn duidelijke verschillen. Het meest opvallende kenmerk is zijn bovenstandige bek. Dat betekent dat de bek omhoog gericht staat, ideaal om voedsel van het wateroppervlak te happen. Verder heeft de ruisvoorn vaak een meer goudgele kleur dan de zilverachtige blankvoorn, en de vinnen, vooral de buik- en staartvinnen, hebben een mooie rood-oranje tint.

Ze kunnen flink groot worden. Gemiddeld liggen ze tussen de 20 en 35 centimeter, maar in sommige wateren zijn exemplaren van ruim 40 centimeter geen uitzondering. Zulke ‘reuzen’ zijn vaak al behoorlijk oud.

0edaa881d09e7729c964ae6b6befc174671c0afbd878928ca577349a1075c8e4 scaled e1754999311746

Wat eten ze?

De ruisvoorn is een echte opportunist, maar zijn bovenstandige bek geeft al een goede hint: hij richt zich vooral op voedsel aan of net onder het wateroppervlak. Denk aan:

  • Insecten die op het water vallen

  • Muggenlarven

  • Zweefalgen

  • Klein plantaardig materiaal

  • Soms kleine slakjes of ander dierlijk voedsel

Doordat hij zijn lichaam niet hoeft te draaien om iets te pakken, kunnen ze energie besparen én blijft hij minder zichtbaar voor roofvissen zoals snoek of roofblei. Slim!

Maar dat betekent niet dat je ‘m alleen aan de oppervlakte kunt vangen. Zeker in de koudere maanden, als er minder insecten zijn, zoeken ze ook voedsel op of net boven de bodem.

 

Waar vind je ruisvoorns?

Ze houden van rustige, plantenrijke wateren. Denk aan:

  • Stille vijvers

  • Langzaam stromende rivieren en kanalen

  • Plassen en meren met veel waterplanten

  • Oude rivierarmen en sloten

Ze voelen zich vooral thuis tussen waterplanten zoals lelies en hoornblad, waar ze zich kunnen verschuilen voor roofvissen. In helder water met veel zonlicht komen hun kleuren het mooist uit, dus dat zijn vaak ook topstekken om te vissen.

🎣 Zo vang je ruisvoorn

Het leuke aan vissen op ruisvoorn is dat je er verschillende technieken op los kunt laten. Een paar tips:

  1. Oppervlaktevisserij – Perfect op een zonnige dag als je ze rustig ziet zwemmen. Een broodvlokje of korstje aan een haakje zonder lood kan onweerstaanbaar zijn. Laat het aas zachtjes op het water landen en wacht tot  ze naar boven komen.

  2. Dobbervissen – Met een lichte dobbermontage en klein aas zoals maden, brood of mais. Stel de diepte zo in dat het aas net onder het oppervlak hangt.

  3. Bodemvisserij – In koudere periodes of troebel water kan je ze ook prima op de bodem vangen. Gebruik een lichte voerkorf of penmontage met bijvoorbeeld mais of wormpjes.

  4. Licht materiaal – Het zijn geen vechters zoals karper, maar op licht materiaal geven ze toch een leuke sport. Een lichte vaste hengel of spinhengel met dunne lijn (0,10-0,14 mm) werkt top.

 

1ca707c7a40b32e9158eae8dfb97589541d4a2e9771d460ed21d146ff6208c4a

Ruisvoorn en andere vissen

Ruisvoorns leven vaak samen met andere soorten witvis, zoals blankvoorn, brasem en kolblei. Omdat ze niet direct met die soorten concurreren om voedsel (ze eten vaak hoger in de waterkolom), kunnen ze goed samenleven. Wel moet je opletten dat in wateren met veel roofvis de ruisvoorn zich vaak dichter bij de planten ophoudt.

 

Extra tip: let op de seizoenen

  • Lente – Ideaal voor oppervlaktevisserij. Het water warmt op, insecten zijn actief en de ruisvoorn jaagt vlak onder het oppervlak.

  • Zomer – Vaak in ondiepe, warme zones. Let op bij windstil weer, dan zie je ze soms in scholen net onder de oppervlakte hangen.

  • Herfst – Gaan iets dieper zitten, maar blijven actief tot het water echt koud wordt.

  • Winter – Vaak dieper en trager, bodemvisserij werkt dan beter.

 

Waarom vissen op ruisvoorn zo leuk is

Ruisvoorns zijn mooi, voorzichtig en uitdagend om te vangen. Je moet vaak subtiel te werk gaan, licht vissen en goed kijken waar ze zich ophouden. Het is ook een perfecte vis om nieuwe technieken mee te oefenen. Bovendien kan je ze op veel plekken vinden – zelfs in het park om de hoek!

Dus, de volgende keer dat je een goudkleurige flits ziet tussen de waterplanten, weet je: daar zwemt een ruisvoorn. Pak je lichte hengel, kies het juiste aas en wie weet heb jij binnenkort zo’n schoonheid in je net.

📸 Heb jij een mooie ruisvoorn gevangen? Deel ‘m met ons op Stekkie.nl!

Waar ben je naar op zoek?

Kijk anders ook bij: