Het vissen met de vaste hengel is de techniek die Jarno Veldhuizen het liefst toepast. Niet alleen voor het vangen van witvis, maar ook op karper. Met een paar essentiële aanpassingen qua materiaal kan hij ook kleinere exemplaren van Cyprinus carpio prima de baas. We keken aan een vijver in Tynaarlo de kunst bij hem af.
1. Houd de hengeltop met elastiek onder water tijdens het drillen
Bij het vissen met een vaste hengel voorzien van elastiek kun je de vis beter sturen door de hengeltop onder water te houden. Dit voorkomt dat de karper zich vastzwemt in obstakels zoals riet of waterplanten. Het elastiek vangt de schokken op, terwijl jij de regie behoudt. Zie het als een dans: jij leidt, de karper volgt.
2. Gebruik de sidepuller om het elastiek te korten
De sidepuller is dé tool voor elastiekvissers. Hiermee kun je het elastiek inkorten en meer druk op de vis zetten. Dit is vooral handig als een karper richting obstakels schiet. Dankzij het elastiek heb je de kracht én de finesse om zelfs sterke vissen de baas te blijven.
3. Speel in op de voorkeuren van de karper met variërend aas
Bij elastiekvissen is het belangrijk om aas te gebruiken dat de karper aanspreekt. Neem verschillende soorten mee, zoals maïs, pellets, maden of pasta. Door te variëren ontdek je wat de karper op dat moment het lekkerst vindt. Het elastiek in je hengel geeft je de ruimte om met verschillende technieken te experimenteren zonder bang te zijn dat de lijn breekt.
4. Voorkom knopen door pasta en pellets slim te cuppen
Pasta als haakaas werkt perfect in combinatie met elastiek. Door het samen met losse pellets in de cup te cuppen, blijft alles op zijn plek. Het elastiek zorgt ervoor dat je soepel kunt drillen, terwijl je lijn niet in de knoop raakt. Een slimme aanpak voor relaxter vissen!
5. Gebruik dode maden om witvis te weren
Levende maden kunnen door hun beweging witvis aantrekken, wat je bij karpervissen liever wilt vermijden. Gebruik daarom dode maden, stevig ingekneed in het lokvoer. Dit helpt om de stek rustig te houden, zodat je elastiek alleen wordt getest door de karper waar je op mikt.
6. Werk met meerdere stekken voor rust en variatie
Om karpers gericht te kunnen vangen, is het slim om meerdere stekken te maken en deze strategisch te bevissen. Jarno kiest vaak voor vier stekken: twee verder uit de kant en twee dichtbij. Door op elke stek anders te voeren – denk aan pellets, maïs of dode maden – kun je uitvogelen waar de vis het beste op reageert. Wissel elke 15 tot 20 minuten van stek om de vissen rust te geven en je kansen te spreiden. Zo houd je de vis actief en verklein je de kans dat ze schuw worden. Een goede voorbereiding betaalt zich later dubbel en dwars uit!